Hulp organiseren / bieden en de effecten volgen

  • Als de ouder(s) erkent dat er een probleem is en graag hulp wil ontvangen, dient beoordeeld te worden of de noodzakelijke hulp door de eigen instelling geboden kan worden, of dat er (daarnaast) nog andere hulpverlening nodig is.
  • Voor problemen die niet op het gebied van de eigen instelling liggen verwijst u de ouder(s) en het kind naar het Wijkteam, ouder en kind centrum,  of naar een andere relevante instantie.
    De verantwoordelijkheid van de psychiater/teammanager blijft bestaan tot de instantie waarnaar verwezen is de begeleiding van het gezin heeft overgenomen. U volgt dus wat er met de verwijzing gebeurt. Dat kunt u doen door te bellen met die instantie en aan te geven dat u het gezin verwezen heeft, en door na een week opnieuw te bellen of het gezin contact heeft gezocht. Nog beter is het om een warme overdracht te doen en zelf mee te gaan.
  • Leg de afspraken omtrent het eigen hulpverleningstraject en de afspraken over de eventuele doorverwijzing naar een andere hulpverlenende organisatie vast in het patiëntdossier (EPD).
  • Nadat u ervoor gezorgd heeft dat de ouders en het kind zijn doorverwezen naar een hulpverlenende instantie, blijft u het kind volgen.
  • Wanneer u zorgen blijft houden of wanneer er zich opnieuw signalen van kindermishandeling / huiselijk geweld voordoen, dan komt u opnieuw in actie. Kijk welke afspraken eerder zijn gemaakt en check of deze zijn nagekomen en wat de resultaten daarvan zijn geweest. Indien de zorgen / signalen blijven: bespreek dit in het interne teamoverleg en overweeg een melding bij Veilig Thuis.