Je registreert een vermoeden kindermishandeling en huiselijk geweld en de stappen die gezet worden volgens de geldende richtlijnen van jouw organisatie. 

Neem bij de verslaglegging de volgende regels in acht:

  • beschrijf de signalen zo feitelijk mogelijk: leg vast wat je hebt gezien, gehoord, geroken of waargenomen
  • worden ook interpretaties, hypothesen en veronderstellingen vastgelegd, vermeld dan uitdrukkelijk dat het gaat om een interpretatie, hypothese of veronderstelling. Maak een vervolgaantekening als deze later wordt bevestigd of ontkracht
  • vermeld de bron als er informatie van derden wordt vastgelegd (ook als die derde een van de ouders is)
  • leg medische diagnoses alleen vast als ze zijn gesteld door een bevoegde beroepskracht, zoals een arts, een verpleegkundig specialist of een psychiater.

Schrijf op wat je bespreekt en bespreek wat je opgeschreven hebt. Dan houd je het gesprek met cliënt, ouders en of kind open.