• Je hoort bericht te krijgen van de instantie waarnaar verwezen is. Als dat bericht niet komt, doe je actief navraag of het gezin zich gemeld heeft en of de behandeling is begonnen
  • Als het gezin het advies van de verwijzing niet heeft opgevolgd, breng je de verwijzing opnieuw ter sprake in het contact met het gezin
  • Zodra er signalen zijn dat de hulpverlening niet goed functioneert bijvoorbeeld doordat de hulpverlening voortijdig door de ouders, de jeugdige of de hulpverlening gestopt is of door verhuizing van het gezin, probeer je samen met de instantie waarnaar verwezen is de hulpverlening weer tot stand te brengen
  • Veilig Thuis hoort terug te koppelen aan de melder wat er met de melding gebeurd is. Mocht dit terugkoppelen te lang duren, dan bel je zelf naar Veilig Thuis om actief te informeren naar de stand van zaken betreffende de melding en de eventuele hulpverlening die op gang gebracht is.